Allart Sparenburg

Allart houdt overzicht. Hij ziet heel goed waarvan een voorstelling te veel of te weinig heeft en gebruikt dat inzicht om contrasten aan te brengen. Binnen een voorstelling hebben scènes nu eenmaal de neiging om qua thematiek, setting of tempo op elkaar te gaan lijken. Hoewel die scènes op zichzelf allemaal van uitstekende kwaliteit kunnen zijn, loopt de voorstelling dan het gevaar naar één kant over te hellen en om te vallen. Allart heeft dat snel door en zal op zo’n moment met totaal ander spelaanbod komen om de voorstelling weer in balans te brengen. Heb je dus bijvoorbeeld meerdere scènes achter elkaar gezien met vooral gepraat, dan zal Allart een abstract geluid of beweging inzetten; zo mogelijk probeert hij daar de hele groep bij te betrekken wat voor iedereen een mooie gelegenheid is om weer even uit het hoofd en in het moment te komen.

Bovendien levert het mooie plaatjes op. Allart is namelijk ook nog eens een echte beelddenker en heeft dus een goed gevoel voor mis-en-scène. Dat zie je niet alleen in de manier waarop hij zich positioneert in ‘gewone’ scènes met twee of drie personen maar met name dus in de manier waarop hij concrete verhaalinhouden en thema’s vertaalt naar abstracte beelden en beweging in de groepsintermezzo’s.

Hoewel Allart mooi klein kan spelen en prachtig integer kan zingen, heeft hij een voorkeur voor het absurde en voor groteske machtsverhoudingen. Zo beleeft hij veel plezier aan scènes waarin hij een god, duivel of geest blijkt te zijn die de mensheid kan onderwerpen aan de meest waanzinnige ideeën.